Een terugblik op de Burgerbabbel

Op woensdag 6 december 2017 organiseerde het Berlaarse gemeentebestuur een Burgerbabbel in de parochiezaal in het centrum. Wat gaat er goed in onze gemeente en wat kan er beter? Waaraan moet het gemeentebestuur de komende jaren extra aandacht en geld besteden? Daarover mochten de aanwezigen die avond hun mening geven. We koppelen hieronder graag terug wat er tijdens deze Burgerbabbel verteld werd.

Dienstverlening, zorg en gezondheid

Rond de thematafel dienstverlening, zorg en gezondheid polste de moderator van dienst naar het oordeel van burgers over de dienstverlening van gemeente en OCMW. Worden klanten op een snelle, goede, vriendelijke manier geholpen?

De stap naar het OCMW blijft nog steeds moeilijk; het sociaal huis wordt als niet openbaar genoeg ervaren, de drempel blijft te hoog. Het nieuw administratief centrum kan volgens de deelnemers een oplossing zijn, omdat de dienstverlening daar geïntegreerd zal worden aangeboden, wat minder stigmatiserend werkt. Op dit ogenblik stappen burgers eerder naar hun mutualiteit dan naar het sociaal huis met hun specifieke vragen. Eens ze echter de stap naar het OCMW hebben gezet, worden cliënten snel, vriendelijk en efficiënt geholpen.

Over de gemeentelijke diensten zijn de meningen heel verdeeld. Sommige deelnemers hebben negatieve ervaringen met bepaalde diensten (Burgerzaken, Ruimtelijke Ordening, Technische dienst) en omschrijven de sfeer in het gemeentehuis als deprimerend met ambtenaren die weinig werklust en arbeidsvreugde uitstralen. Andere gesprekspartners delen deze mening hoegenaamd niet en zijn lovend over de goede dienstverlening van de gemeentelijke diensten. Klanten worden volgens hen onmiddellijk en vriendelijk geholpen. Digitaal heeft de gemeente een grote sprong voorwaarts gemaakt. Mails worden tegenwoordig voldoende snel beantwoord. Een algemene opmerking is evenwel dat het gemeentehuis te weinig open is tijdens de schoolvakanties. Ook de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers laat te wensen over. De mogelijkheid die geboden wordt via een bel onderaan de trap is te weinig bekend.

Het nieuwe dienstverleningsconcept dat werken op afspraak centraal zet, wordt positief onthaald met een kanttekening bij het feit dat er maar één avondopening per week is voorzien. Het is wel belangrijk dat de dienstverlening niet te zakelijk wordt. Berlaar is een dorp en de communicatie moet gemoedelijk blijven. Het moet bovendien mogelijk blijven om de diensten telefonisch te bereiken.

Op het vlak van zorg wordt het nieuwe initiatief van het Huis van het Kind besproken. Dat moet volgens de deelnemers een laagdrempelige plaats zijn voor jongeren die zich in een problematische situatie bevinden. Ze moeten er hun verhaal kwijt kunnen en rechtstreeks in contact komen met een hulpverlener. Een fysiek loket lijkt overbodig; de digitale vorm is wenselijker. Medewerkers van het Huis van het Kind moeten goed op de hoogte zijn van de bestaande vormen van hulpverlening, zodat ze jongeren gericht kunnen doorverwijzen en opvolgen. Het Huis van het Kind moet daarnaast een opvoedingswinkel zijn met een aanbod van creatieve activiteiten voor kinderen, een aanbod voor schoolverlaters en een mogelijkheid tot studiebegeleiding. Het is belangrijk dat dit alles laagdrempelig georganiseerd wordt. Zo zou het Huis van het Kind best een andere naam krijgen en ook bijvoorbeeld via WhatsApp en chat bereikbaar zijn. Op de vraag of dit alles het werk moet zijn van vrijwilligers of van professionelen wordt niet onmiddellijk een antwoord geformuleerd door de deelnemers.

De zorgfaciliteiten in Berlaar krijgen een goed rapport. Er zijn mogelijkheden genoeg voor ouderen, vooral nu er net een aanzienlijke uitbreiding is gebeurd. Er is ook een dagcentrum voor jongdementie dat verder zal worden uitgebouwd. De deelnemers beschouwen dit alles als een grote troef voor Berlaar. Een voorziening rond geestelijke gezondheidszorg ontbreekt echter. Inzetten op kangoeroe-wijken kan een speerpunt vormen. Dat zijn wijken waar assistentie mogelijk is door de nabijheid van een wachtpost en waar een gezonde mix aanwezig is van jongere en oudere bewoners.

Qua gezondheidsbeleid oordelen de gesprekspartners dat het goed iets dat een gemeente activiteiten opzet, maar dat het werken rond een gezonde leefomgeving voorop moet staan. Om inwoners meer te laten bewegen, zijn goede voet- en fietspaden nodig. Mensen nemen nu vaak de auto, omdat het moeilijk wandelen en fietsen is door de slechte staat van de infrastructuur.

Afrondend uit de gespreksgroep zijn appreciatie voor initiatieven als de burgerbabbel. Die mogen frequenter worden georganiseerd, zodat burgers hun bezorgdheden kunnen ventileren en hun suggesties kunnen kanaliseren.

Informatie, inspraak en participatie

In de themagroep informatie, inspraak en participatie vroeg de moderator aan de deelnemers hoe zij zich informeren over wat er in Berlaar te beleven valt en welke beslissingen het bestuur neemt. Alle gemeentelijke communicatiekanalen komen aan bod, gaande van de analoge infobladen De Kiosk en Den Balder en de digitale kanalen als de website (met onder meer de notulen van de gemeenteraad), het e-zine en de gemeentelijke sociale media, over adviesraden (seniorenraad, jeugdraad, raad van beheer bibliotheek), tot flyers, mond-aan-mond-reclame, de inschuifborden, de plakmuren en sociale contacten. Ook externe kanalen zijn populair; zo worden RTV en de Streekkrant meermaals vernoemd.

Voor oudere inwoners is het blijkbaar niet zo evident om informatie terug te vinden op de website. Deze doelgroep geeft de voorkeur aan de organisatie van vaste infomomenten, waarop komende projecten, evenementen en activiteiten worden toegelicht. Dat zou idealiter een viertal maal per jaar kunnen plaatsvinden, liefst tijdens een weekend, zodat ook de kotstudenten hieraan kunnen deelnemen. Veel gesprekspartners vinden het belangrijk om de gemeenteraad te kunnen opvolgen. De notulen op de website zijn één mogelijkheid, maar er wordt gesuggereerd om ook een video-opname ter beschikking te stellen. Op deze manier hoeven inwoners niet naar het gemeentehuis te komen om de zitting bij te wonen. De lichtborden zijn prima voor korte boodschappen, maar in het centrum is de lichtkrant minder goed geplaatst. De info is moeilijk leesbaar en de lectuur ervan leidt soms tot gevaarlijke situaties. De Kiosk scoort op alle vlakken: iedereen aan deze thematafel leest de publicatie en is er erg positief over. Er worden zelfs suggesties gedaan voor nieuwe rubrieken en ook de frequentie mag verhogen tot een maandelijks infoblad. Dat zou meteen ook een oplossing kunnen zijn voor de evenementenkalender in De Kiosk, die handig is, maar vaak onvolledig. Over het algemeen wordt Den Balder minder gelezen dan De Kiosk, omdat het grote aandeel aan reclame in Den Balder als storend wordt ervaren. Het opnemen van gemeentelijke informatie in het Reclameklokje en in de Streekkrant zou eveneens nuttig kunnen zijn.

Op de vraag of er onderwerpen of thema’s zijn die onvoldoende aan bod komen in de gemeentelijke communicatie tekenen zich twee rode draden af: laattijdige communicatie bij projecten, met als voorbeeld de nieuwe sporthal, en gebrekkige communicatie bij openbare werken, met als voorbeeld de werken in de Smidstraat, waarvan alleen de onmiddellijke omgeving op de hoogte was. De infoavonden die af en toe georganiseerd worden, worden gewaardeerd, maar door een gebrek aan terugkoppeling weet niemand achteraf wat er gebeurd is met de opmerkingen en suggesties. Er wordt geopperd om RTV vaker en structureler in te schakelen, zoals in sommige gemeenten de gewoonte is.

Over het algemeen voelen de deelnemers zich te weinig betrokken bij de beslissingen die de gemeente neemt. De inspraak van burgers moet beter, de corporate communicatie ook. Er wordt vaak pas achteraf gecommuniceerd, wanneer alle besluiten zijn genomen en wanneer er niets meer gewijzigd kan worden. In dit verband wordt het voorbeeld van het nieuw administratief centrum aangehaald. Initiatieven als de burgerbabbel zouden nog beter worden, indien ze meerdere malen per jaar georganiseerd zouden worden met een duidelijke thematische afbakening, zodat ook jonge mensen zich aangesproken voelen om hun stem te laten horen. Ook het oprichten van meer adviesraden of het openstellen van deze raden voor andere geïnteresseerden zijn pistes die bekeken kunnen worden. Sommige deelnemers zijn van oordeel dat de stem van de oppositie meer aan bod mag komen, op de website of in een infoblad. Politici maken best geen loze beloften; een open en eerlijke politiek is voor alle deelnemers het beste. Uiterst positief is de goede bereikbaarheid van de burgemeester en de schepenen.

Mobiliteit, verkeersveiligheid en toegankelijkheid

 

Rond de thematafel mobiliteit, verkeersveiligheid en toegankelijkheid namen de deelnemers geen blad voor de mond. Mobiliteit is het beleidsthema dat volgens vele burgers hoog op de agenda moet worden geplaatst. De mobiliteit in Berlaar is slecht, het dorp is gevaarlijk, de auto is er koning, het centrum is veel te druk, kinderen geraken niet veilig op school, de leefbaarheid en verkeersveiligheid worden stiefmoederlijk behandeld, er zijn te weinig vrij liggende fietspaden. Het is slechts een eerste greep uit de meningen rond de tafel. Berlaar zuigt veel verkeer aan en is een echte doorgangsgemeente geworden. Er moeten dringend maatregelen getroffen worden om dit te ontmoedigen.

Een ander probleem vormt het zwaar vervoer. Sinds de N10 betalend is geworden voor vrachtwagens, rijden ze door de kleine straten in Berlaar. Dat is de laatste jaren fel toegenomen. De gesprekspartners raden aan om vrachtverkeer dat geen plaatselijke bestemming heeft, te verbieden.

De oproep om meer plaats te maken voor fietsers en voetgangers klinkt luid. Er valt een grote inhaalbeweging te maken. De voetpaden liggen er niet zo goed bij volgens enkele deelnemers en ook de fietspaden laten op bepaalde plaatsen te wensen over. Hier is een structurele oplossing nodig, een drastische keuze in het voordeel van de zwakke weggebruiker. Wanneer het eenvoudiger wordt om met de fiets naar het centrum te rijden en de weg veiliger wordt ingericht (fietsers gescheiden van autoverkeer), zullen veel leerlingen en ouders kiezen voor de fiets en de auto op stal laten. Een goed voorbeeld daarvan is het fietspad in de Sollevelden, dat heel veel wordt gebruikt.

 

Een aantal straten worden expliciet gemarkeerd als uiterst onveilig. Zo is het heel gevaarlijk fietsen in de Stationsstraat, die erg druk is, in de Dorpsstraat, op de Markt, in de Doelstraat (gladde kasseien) en in de Pastorijstraat. Ook de kruispunten Itegembaan-Markt en Misstraat-Welvaartstraat zijn onveilig. Een bijkomend probleem in de Welvaartstraat is het sluipverkeer dat ontstaat omdat het centrum vaak volledig vastzit. De fietssuggestiestroken die voorzien zijn, zijn erg smal en duwen de fietsers tot tegen de geparkeerde auto’s. In de dorpskern, waar zone 30 geldt, wordt er volgens de deelnemers veel te snel gereden. Een strengere en frequentere controle is broodnodig. Ook het plaatsen van camera’s zou een nuttig initiatief zijn. Er klinken echter ook positieve geluiden: de situatie op de Itegembaan is verbeterd, hoewel het kruisen van fietsers moeilijk blijft, de voetpaden in de Smidstraat betekenen een echte verbetering, op de Melkouwensteenweg wordt de inrichting als goed beoordeeld en de trage weg achter de sporthal is erg nuttig en wordt veel gebruikt.

De gesprekspartners rond deze thematafel hebben een heleboel suggesties om van Berlaar een mobiliteitsvriendelijke gemeente te maken. Zo zien ze duidelijk mogelijkheden in de herinrichting van de Markt in de vorm van het creëren van een rond punt, het invoeren van enkel richting rond de Markt, het voorzien van een breed fiets- en voetpad, het integreren van groen (park) en rustplaatsen (bankjes). De volledige as van het station naar de Pastorijstraat moet het visitekaartje van Berlaar kunnen vormen en moet dus helemaal heringericht worden met de nadruk op groen, leefbaarheid en veiligheid. In de Pastorijstraat moet het voor chauffeurs meteen duidelijk zijn dat ze een zone binnenrijden met kwetsbare weggebruikers; de weg moet dan ook overeenkomstig ingericht worden. Ook initiatieven als autodelen (cambio) en het promoten van openbaar vervoer verdienen alle steun. Ten slotte wordt ook de ringweg rond Berlaar genoemd en zou de fiets-o-strade een meerwaarde voor Berlaar betekenen.

Omgeving

Rond de tafel omgeving kaartte de moderator het thema veiligheid aan. Over het algemeen zijn de deelnemers van oordeel dat Berlaar nog zeer veilig is; er heerst nog een dorpsgevoel. Meteen wordt er voorbehoud gemaakt voor de verkeersveiligheid, meer bepaald voor fietsers. In deze groep leven dezelfde bedenkingen als rond de thematafel mobiliteit (cf. punt 2.2.2.3). Over de aanwezigheid van de wijkagent en de permanentie in het politiebureau zijn de gesprekspartners minder lovend. De politie moet steeds van Nijlen komen; ook tijdens de weekend wordt er steevast een beroep gedaan op een politieploeg van Nijlen. Dat is een minpunt in de zone; het zou beter zijn om een bemande post in Berlaar te voorzien.

Het plan om de openbare verlichting na 23 uur te doven in een aantal straten wordt slecht onthaald. Er wordt gevreesd dat het de criminaliteit in de hand zal werken. Angst voor inbraak is niet specifiek aanwezig, maar er heerst wel bezorgdheid over mogelijke terreur bij grote evenementen.

Over de toestand van de openbare ruimte zijn de meningen verdeeld. De meeste deelnemers zijn van oordeel dat Berlaar niet proper genoeg is, maar er zijn ook enkele burgers die een andere mening hebben en vinden dat de gemeente goed wordt onderhouden. Over het algemeen zijn er klachten over hondenpoep, zwerfvuil en sluikstort. Er wordt veel afval in grachten gedumpt; ook jongeren laten bijvoorbeeld aan bushokjes veel afval achter. Sensibilisering is nodig en ook de politie zou overtreders veel strenger moeten aanpakken. Daarnaast zijn er meer vuilnisbakjes en hondenpoepbakjes nodig. Het feit dat afvalophaling betalend is, maakt dat mensen minder geneigd zijn om afval van iemand anders op te rapen en het in hun eigen vuilnisbak te deponeren. Over de actie rond Peters en Meters van het Zwerfvuil, die slechts bij een paar deelnemers bekend is, is iedereen rond de tafel lovend.

Ook over het groenonderhoud lopen de meningen uiteen; in bepaalde wijken gebeurt dit niet goed, bijvoorbeeld in het Vinkenhof. Enkel de hagen worden er gesnoeid; er wordt helemaal niet aan onkruidbestrijding gedaan. Maar er zijn ook positieve groeninitiatieven genomen: de aanleg van groen in het Valkenhof, op het Walter Luytenplein, in het Winterhof, de aanplantingen aan de nieuwe basisschool, … De Wortelpoel is een mooi stukje op de markt, maar de afsluiting is zeer onesthetisch. Dat zou helemaal anders kunnen.

Op de vraag wat burgers in Berlaar op het vlak van omgeving missen, is het antwoord unaniem: speelpleintjes, een park, een plek om met de kinderen naartoe te trekken, ontmoetingsplaatsen voor jonge gezinnen. Er zijn bepaalde mogelijkheden aan sporthal ’t Stapveld, maar de vijver maakt het gevaarlijk voor kleinere kinderen. Ook openbare toiletten zouden geen overbodige luxe zijn en het marktplein zou een stuk gezelliger kunnen. Een aantal deelnemers vinden het jammer dat het plein gedurende de zomermaanden afgesloten wordt met panelen en borden. Esthetisch is dat zeker niet. Hoewel het charme heeft om evenementen als de Zomer van Balder in het centrum te organiseren, kan een alternatieve locatie misschien overwogen worden, bijvoorbeeld de Doelvelden. Als storende omgevingsfactoren in Berlaar worden de vele omleidingen, het lang aanslepen van wegenwerken, de verkeersdrukte met specifiek het zwaar verkeer en de bouwwoede met een overtal aan appartementen en het verdwijnen van karakteristieke gebouwen genoemd.

Alle deelnemers aan deze gesprekstafel wonen graag in Berlaar en zijn van oordeel dat er veel initiatieven worden genomen om mensen samen te brengen. Zo krijgt de steun voor buurtfeesten een goede score. Het ontbreken van geschikte ontmoetingslocaties is een minpunt, maar wellicht kan de bibliotheek hierin een grotere rol spelen in de toekomst. Er worden suggesties gedaan om collectieve activiteiten op te zetten, zoals het organiseren van een ‘herfstpoets’, waarbij de straten samen proper worden gemaakt en de deelnemers een beloning van de gemeente ontvangen. De werking van de Berlaarse verenigingen verdient nog meer bekendheid; ook hierin kan de gemeente een rol spelen. De kerstmarkt is bijvoorbeeld een goede gelegenheid om verenigingen naar buiten te laten treden.

Vrije Tijd

Aan de thematafel vrije tijd vroeg de moderator wat de gemeente kan doen om het verenigingsleven te ondersteunen. De deelnemers hebben een heleboel ideeën, gaande van het verstrekken van voldoende subsidies en het oplossen van huisvestings-problemen, over het optimaliseren van de uitleendienst en het toevoegen van de lijst van verenigingen aan de documentatie voor nieuwe inwoners, tot het voorzien van allerlei accommodatie. Een polyvalente zaal staat hoog op het verlanglijstje, evenals een echt sportcentrum, waar diverse clubs terecht kunnen, ook de kleinere. Daarnaast bestaat er een hoge nood aan lokalen voor verschillende verenigingen en aan ontmoetingsplekken in het algemeen. Specifiek voor de senioren zouden de mogelijkheden om petanque te spelen uitgebreid moeten worden en wordt er aandacht gevraagd voor dagopvang voor eenzame oudere inwoners.

De gesprekspartners rond de tafel menen dat er een ruim vrijetijdsaanbod bestaat in Berlaar, zowel evenementieel als wekelijks, maar het is niet voldoende gekend. Een betere communicatie is dus aangewezen. Het verenigingsleven in Berlaar is actief, uitgebreid en blijft groeien. Toch duikt ook hier het fenomeen van vergrijzing op, waarbij verjonging vaak een minder eenvoudige ambitie blijkt. De vrijetijdswerking vanuit degemeente is de laatste jaren gegroeid. De vrijwilligerswerking en de extra seniorenactiviteiten die opgezet werden, kunnen op heel wat appreciatie rekenen. Qua voorzieningen zijn er echter grote lacunes. Naast de hogergenoemde sportinfrastructuur (met zaalwachters en een degelijk onderhoud), ontbreekt er een looppiste en is Berlaar qua culturele infrastructuur veel te pover bedeeld. In dit verband wordt aangedrongen om zeker het Dolhuis te behouden en meer te ondersteunen. Ook aan deze tafel weerklinkt de nood aan speelruimte en groene zones.

 

Burgerenquête

Van 17 januari tot 1 maart 2018 liep er ook een digitale enquête. De bevraging werd ingevuld door 124 inwoners. De respondenten toonden zich vooral bezorgd over de identiteit van Berlaar als dorp. Zo gaf 39% van de respondenten aan dat er veel appartementen gebouwd worden. Er moet over gewaakt worden dat er geen overbebouwing optreedt.

Wanneer er gepolst wordt naar de sterktes van Berlaar ziet de top zes er zo uit:

- veel voorzieningen vlakbij (39%)

- aangename, gezellige, sociale en levendige gemeente (38%)

- groen en landelijk karakter (25%)

- rijk verenigingsleven (8%)

- Gestel (7%)

- het unieke dorpsplein (7%)

De top zeven van de zwaktes zag er zo uit:

- toestand van de voet- en fietspaden (32%)

- verhoogde verkeersdruk, Berlaar als doorgangsgemeente, sluipwegen (32%)

- verminderde verkeersveiligheid (16%)

- opvolging en planning van wegenwerken (10%)

- gebrek aan groen en ontmoetingsruimtes (9%)

- verstedelijking (8%)

- hoge belastingen (8%)